NIEUWBOUW BRANDWEERKAZERNE TIENHOVEN

opdrachtgever gemeente De Bilt
realisatie architectenselectie
programma 2 stallingsplaatsen en ondersteunende ruimten
oppervlakte 600 m2 BVO

De planlocatie is onderdeel van het boerenerf. De opzet van het erf volgt in grote lijnen de typische opbouw van agrarische ensembles in deze omgeving. Hierbij zijn alle gebouwen geordend rond een langgerekt centraal erf achter het hoofdgebouw. Centraal op dit erf is een hooibergschuur geplaatst met daaromheen een aantal grotere schuren. We hebben voor het ontwerp van de nieuwe fusiepost op dit agrarische erf voor een compact en functioneel concept gekozen. Een goed gebouw begint bij zijn functionele invulling, wat zondermeer voor een brandweerkazerne van belang is. We hebben veel aandacht besteed aan de logistiek binnen het gebouw. Basis voor het ontwerp van de brandweerkazerne zijn de twee functiegroepen; de stallingsruimte en de ondersteunende ruimten. De relatie tussen deze twee functiegroepen is zowel functioneel als visueel van groot belang. Het geheel is compact ontworpen met korte en heldere looplijnen die het logistieke proces optimaal stroomlijnen. Hierdoor is het gebouw goed leesbaar en kent het een heldere ruimtelijke vormgeving.

Het volume wordt gekenmerkt door een herkenbare agrarische hoofdvorm, parallel georiënteerd aan het ontginningslandschap, welke in hoogte afloopt naar het Natura 2000-gebied. Op deze wijze ontstaat een soepele overgang tussen de nieuwe kazerne en het natuurlijke karakter van het natuurgebied. Tegelijkertijd draperen we het achterliggende landschap over volume van de nieu­we remise heen. Daarmee stelt de kazerne zich respectvol op ten opzichte van het natuurgebied en draagt het bij aan de biodiversiteit van de plek. Tegelijkertijd presenteert de kazerne zich aan Nedereindse Vaart als een duurzame, groene brandweerkazerne in de vorm van een eigentijdse schuur en uitgevoerd in traditiegetrouwe, streekgebonden materialisering. Bijkomend voordeel is dat het groene dak uitstekende, isolatietechnische voordelen biedt voor een prettig binnen­klimaat.

Aan de zijde van het natuurgebied worden de buitenwanden en een deel van het dak verlengd om geluidsoverlast richting het natuurgebied zoveel als mogelijk te voorkomen, als ook het hinderlijke licht in de avonduren van langsrijdende auto’s en brandweervoertuigen. Tevens markeert het enerzijds de hoofdentree en biedt het ruimte voor het oefenterrein. Om de logistieke stromen van mensen en materieel goed te stroomlijnen wordt er een groene, fysieke scheiding aangebracht in het terrein en een eenduidige uitsnede gemaakt in het volume. De entree voor het uitrukkend personeel is daarmee bepaald en ligt aan de voorzijde van het gebouw. Deze entree is direct zichtbaar en bereikbaar vanaf de parkeerplaats. De hoofdentree is gepositioneerd aan de zijkant, gemarkeerd door het dakoverstek. Deze afzonderlijke entree’s liggen fysiek uit elkaar, ten gunste van het totale logistieke proces.

Vanaf de eerste schetsen is duurzaamheid het belangrijkste uitgangspunt. Zo hebben we bewust de ondersteunende ruimten op de koele kant van het gebouw gepositioneerd om opwarming in de zomer van dergelijk ruimten zoveel als mogelijk te voorkomen. Daarnaast bied het dakoverstek de nodige zonwering voor de stallingruimte op warme dagen. Op de begane grond bevinden zich de stallingsruimte, de kleedruimten, het sanitair en de bergingen. Op de verdieping de ontspanningsruimte, de instructieruimte en het kantoor.

Het ontwerp is eigentijds, maar toch ingetogen, bevat eigenwijze karaktertrekken, welke bijdragen aan de functionaliteit. Om het gebouw duurzame kwaliteit te geven kiezen we voor materialen die daar goed bij aansluiten en tevens de inpassing in het landschap en het agrarische ensemble op de plek versterken. En natuurlijk ook de identiteit van de brandweer; Een sedumdak, innovatieve, duurzame houten delen en een zichtbare, houten constructie bepalen de verschijningsvorm van het geheel. Dit versterkt het duurzame karakter en de beleving van de ambachtelijk sfeer, zowel binnen als buiten.

De stallingsruimte en ondersteu­nende ruimten krijgen een logische plek op het terrein en spelen in op de oriëntatie van de zon. Ze zijn zoveel als mogelijk achter op het terrein geplaatst, om maximaal beweegruimte aan de voorzijde te behouden en daarmee het kwetsbare landschap optimaal te beschermen. Met deze functionele keuze kunnen wij ook een duidelijk statement maken met onze gekozen architectuur. De voornaamste ruimten als kan­toor, instructieruimte en ontspanningsruimte worden minder belast door de zon, vanwege de gekozen positionering van beide hoofdfuncties.